5.1.1 Kwaliteit
De aard en het werkingsgebied van de Alcoholwet zijn specifiek en de uitvoering van toezicht en handhaving hierop vraagt om gedegen kennis en expertise. Andere kenmerkende aspecten van het Alcoholwet-toezicht waar de toezichthouder onder andere mee om moet kunnen gaan zijn de werktijden (in de avonduren en weekenden) en de specifieke doelgroepen (horeca en jongeren).
In een ministeriële regeling worden enkele eisen vastgelegd die worden gesteld aan de Alcoholwet-toezichthouder. De toezichthouder moet zijn aangesteld door de burgemeester van de gemeente waarin hij/zij werkzaam is. De toezichthouder moet tevens Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) zijn en moet een examen over de Alcoholwet met goed gevolg hebben afgelegd. Zowel BOA’s in domein I (Openbare Ruimte), als in domein II (Milieu, Welzijn en Infrastructuur) worden bevoegd om de Alcoholwet te handhaven. In de Circulaire Buitengewoon Opsporingsambtenaar staat de Alcoholwet direct genoemd onder domein I. In domein II volgt de bevoegdheid om de Alcoholwet te handhaven indirect uit de Wet Economische Delicten (WED). De belangrijkste reden waarom is vastgelegd dat Alcoholwet-toezichthouders ook moeten beschikken over een BOA-bevoegdheid, is omdat zij dan ook de artikelen van strafrechtelijke aard, met name artikel 45, kunnen handhaven. De keuze voor een BOA in domein I of II zal afhangen van de beschikbare capaciteit en van de gekozen toezichtstrategie.
Download een voorbeeld van een competentieprofiel voor een toezichthouder.
5.1.2 Capaciteit
De benodigde toezichtscapaciteit kan op basis van een gemeentelijk handhavingsplan worden bepaald. Het handhavingsplan bevat bijvoorbeeld:
- Het aantal controles per jaar
- De duur van de controles
- Of de controles worden gecombineerd met andere controles
- Of de controles alleen of in duo worden uitgevoerd
- De verhouding in het type verstreklocaties die moeten worden gecontroleerd (horecabedrijven, paracommerciële instellingen, etc.)
In de benodigde toezichtscapaciteit kan op diverse wijzen worden voorzien. Voor grotere gemeenten is het vaak een mogelijkheid om de capaciteit zelfstandig te organiseren vanwege de aanwezige budgetten. Voor kleine en middelgrote gemeenten, waar budget mogelijk minder vanzelfsprekend is, kan een regionale samenwerking een optie zijn. Daarnaast is het ook toegestaan voor een gemeente om toezichtscapaciteit extern in te kopen. Met de onderstaande overwegingen kan rekening gehouden worden bij de verschillende mogelijkheden. Deze opsomming is niet uitputtend, maar dient ter inspiratie. Bij behoefte aan verdere verkenning van een van de mogelijkheden kan contact worden opgenomen met de betreffende gemeente(n).
Strategie borging voldoende toezichtscapaciteit
Capaciteit volledig in dienst bij gemeente
- Volledige regie op inzetbaarheid
- Kan kostbaar zijn
- BOA's zijn bekend met de lokale situatie
- Herkenbaarheid
Deling capaciteit met regiogemeenten
- Kostenefficiënt
- Gaat herkenning tegen (met name van belang voor kleine en middelgrote gemeenten)
- Minder regie en flexibiliteit m.b.t. inzetbaarheid
- BOA's zijn bekend met de regionale situatie
Inkopen capaciteit bij extern bureau
- Zeer flexibele inzetbaarheid
- Kostenefficiënt, en geen regionale afstemming nodig
- BOA's kennen de lokale/regionale situatie waarschijnlijk minder goed
- Gaat herkenning tegen (mits voldoende roulatie)
- Specialistische kennis en uitgebreid trackrecord
- Er is vaak in mindere mate sprake van kennisdeling, onder andere doordat externen lang niet altijd aanwezig zijn bij interne gemeentelijke overleggen